De bruidstijd van Annie de Boogh
De bruidstijd van Annie de Boogh
Book Excerpt
II.
De jodenjongen, het valies op zijn nek, liep telkens even op een sukkeldrafje, met een benauwd-rood gezicht, snotterend en leep-oogend naar Paul, die op de Wijnhaven, waar 't wat minder smerig was, nog grooter stappen was gaan nemen, zijn lange, ietwat te magere beenen vlug verplaatsend, zoodat het onderstuk van zijn dunne ulster, in voortdurende slappe golving meeging. Hij was een slank-lange, bijna spichtige gestalte, zooals hij daar liep door te stappen in 't straten-beweeg, z'n handen in z'n zijzakken, een beetje voorover om te zien waar hij zijn voeten zette, duwend den blonden puntbaard, die zijn langwerpig gezicht nog langer schijnen deed, tusschen de lapellen van zijn grijze jas.
Hij was nu geheel vervuld van warm-belangstellend denken aan hen die hij ging ontmoeten, sterk voorvoelend, met nu en dan een beetje tegen-op-zien, een lichte vrees voor teleurstelling, de aandoening van het snel-naderend weerzien; hij stelde zich voor oogen waar zijn moeder zitten, hoe zij kijke
FREE EBOOKS AND DEALS
(view all)Popular books in Fiction and Literature
Readers reviews
0.0
LoginSign up
Be the first to review this book